Eindhovens Dagblad - donderdag 3 maart 2005
Door ERWIN BLATTER
Donderdag 3 maart 2005 - „Mogelijk dat ik te zacht en te eerlijk ben. Ik wil per se sportief zijn, maar je moet niet denken dat ik alles accepteer.“ Dat zei motorcrosser Frans Sigmans ooit op de vraag of hij in wedstrijden niet te lief was voor zijn tegenstanders. Gisterenmiddag overleed de Bakelnaar op 57-jarige leeftijd aan een hartstilstand.
„Frans was een hele talentvolle, sportieve man“, weet
oud-crosser Pierre Karsmakers uit Aalst-Waalre. „We hebben een fijne sportieve
relatie gehad. In de wedstrijden veel met elkaar ’gevochten’. Hij was eigenlijk
iets te netjes, te braaf. Hij ging nooit met iemand in de clinch. Zo was-ie.
Gewoon een hele fijne man.“ Zijn reputatie als groot motorcrosstalent snelde
hem begin jaren zestig vooruit en al op zestienjarige leeftijd reed hij zijn
eerste wedstrijden. Drie jaar later vestigde hij definitief zijn naam. Tijdens
een cross in St. Anthonis zette hij als ’jonkie’ het internationale
deelnemersveld te kijk door twee van de drie manches te winnen. In datzelfde
jaar werd hij Nederlands kampioen in de 250cc-klasse. Een prestatie die hij een
jaar later herhaalde, waardoor Sigmans in hoog tempo uitgroeide tot Neerlands
trots in het motorcrossen.
In april 1971 kwam daarin plotseling verandering. Sigmans
viel tijdens een wedstrijd in het Belgische Veerle van zijn motor en liep
daarbij een dubbele beenbreuk op. Insiders dachten dat Sigmans ’gevoeglijk afgeschreven
kon worden’. Ook de crosser zelf geloofde er niet meer in. Zijn herstel verliep
echter wonderbaarlijk snel en in september van dat jaar kroop hij voor een
trainingsritje tijdens de Motorcross des Nations in Vannes (Frankrijk) weer op
de motor. Het noodlot sloeg opnieuw toe en Sigmans brak hetzelfde been.
Ook dit keer wist hij te herstellen en maakte weldra duidelijk dat Frans
Sigmans nog steeds een naam was om rekening mee te houden.
Bakels trots moest het vooral hebben van wedstrijden om het Nederlands
kampioenschap. Tijd om in de trainingen er een schepje bovenop te doen voor de
Grands Prix, had hij niet. Sigmans achtte zich onmisbaar in de winkel van vader
Kees en liet daardoor menig wedstrijd van betekenis schieten. Toch, in de
motorcrosswereld gold maar één criterium en dat waren de Grands Prix. Dat wist
Sigmans maar al te goed. Inmiddels had hij iemand gevonden die zijn taken in
winkel kon overnemen en in 1973 werd hij op 25-jarige leeftijd prof bij Yamaha.
Sigmans kondigde aan, tot genoegen van motorcrossminnend Nederland, alle Grand
Prix-wedstrijden te rijden. Hij werd dat jaar veertiende in het eindklassement.
In de jaren die volgden zou de motorcrosser die prestatie verbeteren met een
twaalfde en elfde plaats, waarbij hij op zandcircuits, zijn favoriete
ondergrond, de nodige punten bij elkaar reed.
De wedstrijden om het Nederlands kampioenschap bleven echter zijn podium bij
uitstek. Na zijn titels in 1967 en 1968 won Sigmans, inmiddels overgestapt op
een 500cc-motor, in 1975 het Nederlands kampioenschap in de halve liter-klasse.
Daarna liet een nieuwe titel lang op zich wachten. Totdat hij in 1988 in
Zevenhoven op 41-jarige leeftijd de hoofdprijs pakte in het Nederlands
kampioenschap bij de viertakten. Vijfentwintig jaar lang had hij wedstrijden
gereden. Het was mooi geweest, vond Sigmans.
Voortaan zou hij zich fulltime richten op de winkel in motoren en fietsen, die
hij inmiddels overgenomen had van zijn vader.
Frans Sigmans laat een vrouw en twee kinderen achter.