Wuustwezel – 3 maart 1974 –
Sigmans en Everts wonnen
De internationale motocross van Wuustwezel, de eerste wedstrijd waarin de 500 en 250 cc-ers afzonderlijk reden, bracht de bevestiging van de huidige grote conditie van Frans Sigmans, Harry Everts en Jaak Van Velthoven.
Laatstgenoemde voerde twee geslaagde nummers op, maar kreeg alleen in de tweede 500 cc-rit loon naar werken. Sigmans kon zich twee maal bij de eerste drie rangschikken en behaalde de eindzege.
Bij de 250 cc-ers tenslotte toonde Harry Everts zich heer en meester. Hij reed negen van de veertien ronden aan de leiding.
Zat er weinig spanning in de race voor kwartlitermachines, de twee 500 cc-ritten waren aangenaam om te volgen. In de eerste krachtmeting nam Raymond Heeren (weer hij!) de snelste start. Pas na zes ronden moest hij het commando aan Roger De Coster laten! De wereldkampioen, die nog niet op volle toeren draait, behield de leiderspositie tot het einde. Een defect aan de Yamaha van Van Velthoven stak hem daarbij wel een helpende hand uit. Toen er nog twee ronden te rijden waren en de Limburger, na een verbluffende remonte, De Coster achterhaald had weigerde de machine van Van Velthoven alle dienst. Uiteindelijk reed De Coster voor Sigmans, Weil en Willy Van Loon over de eindmeet.
In de tweede manche nam Van Loon de rol van Heeren over. Hij behield zijn eerste plaats langer, maar moest na Willy Bauer, Weil, Sigmans en Everts ook zwichten voor de meesterschap van Van Velthoven. Van Loon finishte als tweede voor Sigmans, de eindoverwinnaar. Het aantal wedstrijdpunten van de Nederlander lag één punt lager dan dat van Van Loon. Na Sigmans en Van Loon bezetten Everts (tweemaal vijfde), Weil, Gerrit Wolsink (achtste en vierde) en Gilbert De Roover de beste plaatsen. Ze behaalden een ruime puntenvoorsprong op hun achtervolgers, bij wie Yvan Vanden Broeck, Benny De Win, Rene Van De Vorst en de Nederlander Karsmakers nog een plaats bij de eerste tien konden bemachtigen. Alles bij elkaar bezetten slechts vier buitenlanders een mooie plaats in de eindstand.
Dat was dan nog één meer dan bij de 250 cc-ers. Alleen Stef Van Der Sluis (vierde), de ”Spanjaard” Claude Jobé (negende) en Jim Pomeroy (USA) trachtte zich te onderscheiden.
- - Bron weekblad Motor. - -